Skip to main content
  • Info Europa (Nederlands)
  • Weer & klimaat

Klimaatzones in Europa

klimaatzones Europa

 

Meten is weten. De ene gemeten temperatuur is de andere niet. 

Om meteorologische parameters (bijvoorbeeld temperatuur, wind of luchtdruk) te meten is het van belang dat dit gebeurt volgens vaste voorwaarden en richtlijnen. De belangrijkste reden daarvoor is omdat de omgeving waar je de meting verricht van invloed kan zijn op die meting. Bijvoorbeeld een gebouw, bomen of een asfaltweg dichtbij de meetlocatie. Verder wil je metingen van verschillende meetlocaties met elkaar kunnen vergelijken. Dat kan niet als niet volgens vastgelegde richtlijnen en voorwaarden wordt gemeten. 

De WMO (World Meteorological Organization, Nederlands: Wereld Meorologische Organisatie) heeft een handleiding uitgegeven, waarin precies beschreven staat waar een meetopstelling aan moet voldoen. Omdat niet altijd de meest optimale situatie kan worden bereikt, zijn de verschillende parameters, bijvoorbeeld temperatuur, verdeeld in verschillende klassen, klasse 1 tot en met 5, waarbij klasse 1 voor de meest optimale meetsituatie staat en klasse 5 voor de minst optimale.

Het spreekt voor zich dat onderlinge meetresultaten waarbij de klasse niet hetzelfde is, niet zomaar met elkaar kunnen worden vergeleken, zonder correcties toe te passen. Hoeveel die correcties minimaal zouden moeten zijn staat beschreven in diezelfde handleiding van de WMO.   

In de praktijk worden, vooral in de media, meetgegevens van meetstations van verschillende klassen wel vaak genoemd zonder enige vergelijking of correcties. Dit kan een (zeer) vertekend beeld geven en dit heeft derhalve hooguit een indicatieve waarde. 

Hieronder een voorbeeld waaraan een locatie om de temperatuur te meten moet voldoen om een klasse 1 locatie te zijn.

 photo 2024 10 24 00 25 52

Een toelichting op bovenstaand plaatje is te vinden in de WMO handleiding op pagina 46.

Een rondgang langs officiĆ«le meteorologische stations in Europa laat zien dat vele een lagere klasse zijn dan klasse 1. Als je kijkt naar temperatuurmeting, behoren er in Nederland van de 30 KNMI (land)stations slechts 8 tot klasse 1. 

De handleiding van de WMO is hier te vinden.